Van Noordenveld naar Zuidstad?
Elke maand schrijft een raadslid of wethouder van Gemeentebelangen Noordenveld over hetgeen hem of haar bezighoudt. Raadslid Casper Colenbrander kijkt naar de nieuwe Nota Ruimte, de rol van Groningen-Assen als mogelijke groeikern en wat dat betekent voor Noordenveld, met een historische blik op onze bevolkingsontwikkeling.
Afgelopen zomer was ik op vakantie naar Parijs, de grote metropoolstad van Frankrijk. In Parijs wonen twee miljoen inwoners, maar samen met de omliggende steden en dorpen wonen er ruim tien miljoen mensen. Terug in Nederland is het kabinet onlangs gekomen met een eerste versie voor een nieuwe Nota Ruimte. Hierin worden de grote ruimtelijke ontwikkelingen geschetst tot aan 2050. In die Nota Ruimte wordt de regio Groningen-Assen samen met de Twente en Zuid-Limburg door het Rijk bestempeld als nieuwe groeikernen van nationaal belang op het gebied van woningbouw en werkgelegenheid.
Als Groningen-Assen de metropool van het Noorden moet worden, wat zou dat dan voor Noordenveld betekenen? Zijn we dan nog wel een gemeente met 26 dorpen, of worden we één grote zuidelijke stadswijk van de metropool Groningen?
Binnenkort zijn er landelijke verkiezingen en ook de gemeenteraadsverkiezingen komen eraan. Verkiezingen zijn een tijd van visies en vergezichten: wie zijn we en waar willen we naartoe? Ook bij deze verkiezingen zal woningbouw ongetwijfeld weer een groot thema worden, zowel landelijk als in onze eigen gemeente.
De tekst gaat onder de foto veder.

Roden als groeikern
Als geschiedenisstudent vind ik het interessant om naar historische data te kijken. Immers, het zou niet de eerste keer zijn dat Noordenveld als groeikern wordt aangewezen. In de jaren zestig werd de eerste Nota Ruimte ingevoerd. Roden werd toen aangewezen als een van de groeikernen in Drenthe. Wat betekende dat voor het aantal personen dat in Roden woonde en hoe verhield zich dat tot de bevolkingscijfers van de andere dorpen?
Laten we beginnen in het jaar 1947. Toen vond de eerste naoorlogse volkstelling plaats. De drie huidige hoofddorpen van Noordenveld waren toen nog zeer bescheiden qua omvang: Norg met 1.138, Peize met 700 en Roden met 1.453 inwoners. De drie gemeenten gezamenlijk telden 14.762 inwoners (gem. Norg: 5.406, gem. Peize: 2.760 en gem. Roden: 6.596).
Kijken we naar de volkstelling van 1971, dan is heel duidelijk wat het effect is van het groeikernenbeleid. Terwijl de dorpen Norg en Peize waren verdubbeld naar 2.050 en 1.405 inwoners, werd Roden bijna zes keer zo groot met 8.590 inwoners. In de drie gemeenten woonden toen gezamenlijk 21.830 inwoners (gem. Norg: 5.365, gem. Peize: 3.510 en gem. Roden: 12.955).
In de dertig jaar daarna groeiden de dorpen nog steeds, maar minder hard. Bij de volkstelling van 2001 had Norg 3.508 inwoners, Peize 3.522 en Roden 15.127. De drie inmiddels gefuseerde gemeenten telden toen 30.958 inwoners.
Nederland is af
Daarna raakte de groei eruit, de bevolking vergrijst en het groeikernenbeleid verdwijnt naar de achtergrond. Minister Stef Blok verkondigde in 2010: “Nederland is af.” VROM werd opgeheven en de woningbouw nam af.
In de jaren tussen 2001 en 2025 groeiden de drie hoofddorpen slechts een beetje: Norg naar 4.160 inwoners, Peize naar 5.455 en Roden naar 14.585. Noordenveld kromp net niet, maar steeg licht naar 31.751 inwoners.
Hoe verhield die bevolkingsgroei zich tot de rest van Drenthe en Nederland? Is ook hierin het groeikernenbeleid te merken? Heel Nederland groeide van 9.625.499 inwoners in 1947 naar 18.044.027 anno nu. Dat is een groei van 88%. Drenthe groeide in die periode heel gemiddeld, van 271.909 in 1947 naar de huidige 506.529, een groeipercentage van 86%.
De voormalige gemeenten groeiden harder dan de landelijke en provinciale cijfers. De gemeenten Norg, Peize en Roden groeiden met 114% naar het huidige Noordenveld (van 14.762 naar 31.751).
De echt grote verschillen vonden plaats in de drie hoofddorpen. Zo groeide Norg met 266%, Peize met 679% en Roden zelfs met 904%.
Hoe kwam dit? Niet alleen werd het dorp Roden als groeikern aangewezen; de gunstige ligging van Roden en Peize en de steeds betere mobiliteit maakten het tot een aantrekkelijke woonplaats voor mensen die in Groningen werken. Dat was ook het doel van het beleid. Voor Norg was dit minder het geval en Assen is een kleinere stad.
Stagnatie en krimp
Naast dat de drie hoofddorpen de afgelopen tachtig jaar flink groeiden, hadden de kleinere kernen te maken met stagnatie en zelfs krimp. Neem bijvoorbeeld Roderwolde met 297 inwoners in 1947 en 328 nu, en Peizermade met 189 inwoners in 1947 en 125 nu. Er vond dus veel centralisering en verdichting van de bevolking plaats. Gezinnen werden kleiner en voor werk, wonen en pensioenjaren verhuisde men naar de stad en de grote dorpen.
Wat kunnen we nu met deze informatie? Voor de periode tot aan 2050 wordt voor heel Nederland een groei verwacht van 18 miljoen naar 20 miljoen inwoners. Gezien het verleden is dat een bescheiden groei van circa 10 procent. Maar voor ons kan dat heel anders uitpakken als onze regio opnieuw de status van groeikern krijgt. Het verleden leert dat de groei ongelijk verdeeld wordt. Voor Norg, Peize en Roden kan de groei dus aanzienlijk hoger uitpakken dan slechts 10 procent.
Zuidstad van Groningen
Als Gemeentebelangen hebben we de ambitie om duizend woningen erbij te bouwen. Gezien het gemiddelde aantal inwoners per woning zou dat een groei van ruim 10 procent opleveren. Oftewel: het aantal woningen dat nodig is om de vraag in onze eigen gemeente te bedienen en krimp te voorkomen. Mocht er van hogerhand echter besloten worden dat we meer moeten groeien, dan wordt het een andere situatie. Dan is het van groot belang dat wij als Noordenveld ons eigen verhaal duidelijk hebben, met een heldere visie. Dit is iets waar de komende maanden, richting de gemeenteraadsverkiezingen, vast en zeker veel over gesproken gaat worden. Zijn er grenzen aan de groei en als we willen, of moeten, groeien, hoe en waar willen we dat dan doen? Misschien is het ook hoog tijd om verder te kijken dan alleen de drie hoofddorpen. En hoe zorgen we ervoor dat we 26 dorpen in Noordenveld blijven, in plaats van de zuidstad van Groningen?
Van tegen elkaar naar mét elkaar

We leven in een tijd waarin we steeds vaker harder tegenover elkaar komen te staan. Of je bent vóór, of je bent tégen. Een middenweg en nuance lijken niet meer te bestaan. En je bent per definitie fout in de ogen van de ander. Het lijkt alsof iedereen vooral bezig is met zijn eigen gelijk en rechten, en niet met het luisteren naar de ander of een stukje naoberschap.
Op social media vliegen klachten en verwijten rond. Ook in Noordenveld zie ik dat gebeuren: men wijst snel naar de gemeente of de buurman, in plaats van zelf iets te doen. Maar door met elkaar in gesprek te gaan, kleine daden te verrichten en een beetje wederzijds begrip te tonen, kunnen we samen veel bereiken.
Onlangs las ik op social media nog een relaas van iemand van wie de container slecht geleegd werd. Gevolg: een deel van de inhoud lag op straat. Met jaarlijks ruim een half miljoen legingen in onze gemeente, is het niet verwonderlijk dat er af en toe iets niet helemaal vlekkeloos verloopt. In plaats van de veger te pakken, verschijnt er een boze Facebook-post over “de gemeente die weer slecht werk levert”. Alle reacties ten spijt: de rommel ligt er vervolgens nog steeds. Hoeveel makkelijker is het om het gewoon even op te ruimen? Kleine moeite, groot effect: de straat is weer schoon. En bijkomend voordeel: het is ook nog eens veel beter voor je hart.






